Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 16-05-2021

achteroverdrukken

betekenis & definitie

(1914) (inf.) verduisteren, stelen. Het WNT citeert als oudste bron Bolhuis (Gabbertaal, 1937) en vermeldt hiervan afgeleid ‘achteroverdrukker’ (berover). Dr. C. Kruyskamp, in zijn bewerking van Stoett, meent verwantschap te zien met de waarschuwingsroep ‘achterover!’, op mailboten gebruikt ter aanduiding dat er een borrel geschonken wordt. Volgens hem moet daarbij gedacht worden aan het achterovergaan van het hoofd bij het leegdrinken van een glaasje. Uit de betekenis `tot zich nemen' zou zich dan ook die van `zich toe-eigenen' ontwikkeld hebben. Huizinga heeft echter een andere herkomstverklaring voor deze zegswijze. Hij denkt aan een roofoverval waarbij men de te beroven persoon bij de keel grijpt en tracht achterover te drukken zodat hij op de grond belandt, waardoor de beroving gemakkelijker kan plaatsvinden.

• Algemeen bekend is: „in de wacht sleepen", iets meenemen of meepakken, vooral als het voorwerpen betreft, waarvan het eigendomsrecht betwist zou kunnen worden (oorspronkelijk: arresteeren); dit heet ook „moeren", eerst een studentenwoord: schelleknoppen afdraaien (afschroeven), dan ook: wegne-men, meepakken, of zooals men te Naarden zegt: „achterover drukken" (b.v. een portie kaas), hetzelfde als het Amsterdamsch-Bargoensche „slaan". (de Sumatra Post, 17/12/1914)
• Voor „stelen" is er een staalkaart van jargon. Als vertegenwoordigers: „in de k(r)uif pikken"; „in de kaart loeren"; „rausen"; „interneeren"; „achter over drukken"; „matsen"; „van de roeivereeniging zijn". De laatste uitdrukking — niet de minst populaire — duidt op de wenk-van-verstandhouding, die met een soort roeibeweging overeenkomt, om het stelen te symboliseeren. (Van onzen tijd, 01/01/1917)
• Hij heb ze genaggeld van die vent die ze achterover heb gedrukt. (Sam Goud-smit: Jankef's oude sleutel. 1930)
• Me hadde geen aasie kans meer om een spaantje achterover te drukke..... (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar. 1935)
• (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• Geloof ons, dokter: het afstaan van die zeshonderd pop gaat ons aan het hart. Wij zouden ze verduiveld graag achteroverdrukken. (Willem W. Waterman: Wie zei dat je in dezen tijd niet kon lachen? 1944)
• Die bloedlijer wou m'n mondorgel achteroverdrukke! (Piet Bakker: Cis de Man, 1947)
• Jij had toch zeker óók wel een potlood en een schrift voor me kenne kope? En waarom heb ik het dan achterovergedrukt? (Piet Bakker: Kidnap. 1953)
• ... in een supermarkt een slof sigaretten achterovergedrukt. (Ben Borgart: Blauwe nachten, 1978)
• ... in Tjimahi en Kota-Radje hebben ze gedacht dat ik geld achterovergedrukt had. (Bouke Jagt: IJzeren Chrysant, 1982)
• ... er wordt over hem gefluisterd dat hij heroïnekoerier was en dat hij een ki-lootje of zo achterover had gedrukt. (Bert Hiddema: Dubbele mandekking, 1988)
• Nico beschikte over een pistool dankzij een transactie waarbij Dorus Toetenel een partij van 250 Beretta’s aan Tinus Fens had geleverd. Nico had er eentje achterovergedrukt. (Hendrik Jan Korterink: De Haagse penose. Achter de schermen van een gesloten onderwereld. 2012)