Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 21-06-2020

achterommetje

betekenis & definitie

1. (1974) (inf.) anale seks; sodomie. In het Engelse slang: 'back door job', back-door delivery.

• Ik ben goed geil van zo'n hele middag op het water, dus ik maak in het dames-toilet effe een achterommetje met een van die snelle meiden die hier bedienen. (Ernst van Altena: Een gewone schoft. 1974)
• Nette heren, die zich in het huiselijk bed geen 'achterommetjes' veroorloven of iets wat niet recht-op-en-neer is, gaan in de bus doodleuk tegen 'n jonge griet of deze of gene mollige werkvrouw aanleunen. (Ben Borgart: Buiten schot. 1975)
• (Geïllustreerde Encyclopedie van de Sexualiteit. Ned. vertaling van The Visual Dictionary of Sex. H.J.W. Becht-Amsterdam. 1977-1980. Woordenlijst p. 126)
• Hij zou open doen en haar omhelzen en ze zouden een achterommetje ma-ken zoals gewoonlijk en hij zou haar bezitten en het was weer net zoals vroe-ger. (Peter van Kuyck: Hallucinaties. 1983)
• (Riemer Reinsma: Verklarend synoniemenwoordenboek. 1988)
• 'Achterommetje, Grieks, Frans, balalajka plus Russische massage zeventig,' zegt Ma nog, om daar even later aan toe te voegen: 'Ik kan niet van Grieks naar Frans/ ik kan wel van Frans naar Grieks maar je kan je ook door een eentweetje topless onder zonder laten krikken terwijl ik Russische massage geef. Met op de video Frans en vastgebonden Grieks, klaarkomend in Athene.' (het Parool, 05/11/1993)

2. (1967) (inf.) achterbaks gedoe; bedrog.

• Marleen moest eraan denken, nu Alida opnieuw bij haar kwam. Alleen om raad weliswaar, maar goede raad is soms moeilijker dan een goede daad. 'Dus geen achterommetjes?' vroeg Alida, Marleens bedoeling toch begrijpend. (Jan Mens: De kleine waarheid (1967)
• Dat is lang genoeg om het spel van achterommetjes en 'verneukjes' van a tot z te leren doorgronden. (de Volkskrant, 30/05/1992)
• Op dat moment wist ik waarom de parlementaire journalistiek zo interessant is. Op afmetingen van een voetbalveld heb je het hele leven -Shakespeariaansbij elkaar: verraad, achterdocht, list en bedrog, verneukjes, achterommetjes, victorie en dramatiek. (Nieuwe Revu, 30/07/1992)

< >