achter de gebreide broek liggen

betekenis & definitie

(1973) (mar.) thuis zijn bij moeder de vrouw. Ook Rotterdams voor: gaan slapen.

• Achter de gebreide broek gaan liggen: gaan slapen. (Opoe Herfst. Samengesteld door reclame-adviesbureau Advertising Marketing + Design, Rotterdam. 1973)
• broekie, znw. ”t. Broekje, in de zegsw. achter ”t gebreeën broekie lègge, schertsend voor: naast zijn vrouw in bed liggen. (J. Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984)
• (Jan Oudenaarden: De terugkeer van Opoe Herfst. 1986) p. 150
• Die lullemie blijft liever achter de gebreide broek. Die lullemie blijft liever thuis bij moeder de vrouw. Lullemie: halfzachte vent. (Jan Luitzen: Wie roept de jan-lik-mijn-bord-af even? Plat-Mokumse spreuken, woorden en verhalen. 2007) p. 19
• Overal heen en nergens thuis. Ja, een getrouwd man, die accepteert het wel, die ligt in het weekend achter het gebreide broekie van moeders. (Catalijn Claes: Steenzetters. 2013)
• Mijn vader ging soms later naar bed dan mijn moeder. “Je denkt toch niet dat ik al achter de gebreide boks ga liggen”, zei hij dan. Een “boks” is een onderbroek. (Jaap Toorenaar: Mijn vader zei altijd. De mooiste uitspraken van onze ouders en grootouders. 2017)