(1937) (euf.) rijkelijk te laat komen met iets.
• Dit ‘arbeid adelt’ is een axioma, waarmee men in de negentiende eeuw practisch uit kon komen, omdat de ontginning der wereld door de techniek en industrie behalve machines ook handen van levende Christenen vergde en de luiaard dientengevolge een zondaar scheen; maar tegenwoordig hinkt de arbeidsmoraal wanhopig achter de feiten aan. (Menno ter Braak: Van oude en nieuwe christenen. 1937)
• De kerk loopt wel vaker achter de feiten aan, en dat is een eufemisme. De commissie-Adriaenssens leverde schitterend werk, maar ze kwam er rijkelijk laat. (De Standaard, 14/09/2010)