Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 11-07-2021

aan zijn trekken komen

betekenis & definitie

(1975) (euf.) seksueel bevredigd worden. Syn.: aan zijn gerief* komen.

• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• Die Zwitserse boer wekte haar 's morgens om drie uur, voordat hij naar het land ging, om aan zijn trekken te komen. (Igor Cornelissen: De brieven van Colijn. 1988)
• Mijn moeder droeg zwaar en hij kwam blijkbaar niet aan zijn trekken, dus stond hij op een nacht aan mijn bed.(Connie Palmen: Geheel de uwe. 2002
• ... en mede dankzij 'de pil' mocht er eindelijk genoten worden van seks. ... zonder dat hem dat veel inspanning kostte: zelf kwam hij nog haast uitsluitend via geile plaatjes aan zijn trekken. (Louis Paul Boon: Verzameld werk. 2005)
• Laten we eerlijk zijn, een mens wil ook wel eens aan zijn trekken komen en alleen is maar alleen. (Ria Paulina: Binten en eigenheimers. 2006)
• Nou, als jij zo graag naaien wilt, zul je bij ons wel aan je trekken komen voordat we je doodschieten. (René Lancee: Kanonnenvlees. 2007)
• Ook op seksueel gebied kwam Ramses volop aan zijn trekken. (Sylvester Hoogmoed: We zien wel! 2012)
• Kom bij mij niet af met dat liefde en seksverhaal, amico, een groter zelfbedrog van de burgerman die thuis niet meer aan zijn trekken komt, ken ik niet. (Marc Reugebrink: Het Belgisch huwelijk. 2014)