(1930) (plat) uitdrukking van ongeloof of van afwijzing: je kan me wat!. Soms versterkt tot 'aan m'n zondagse reet' of verkort tot ‘m’n reet’. In dezelfde zin ammehoela*. Vgl. Engels slang: my ass en Frans: mes fesses.
• Mijn reet, de menselijke waardigheid! (Max Dendermonde: Inzake de liefde. 1967)
• Europa, mijn reet! (Jaap Harten: De getatoeëerde Lorelei. 1968)
• (Enno Endt: Een taal van horen zeggen: Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969)
• Betere maatschappij. An me reet! (Arie B. Hiddema: Dag heer. 1970)
• Dodelijk bezorgd!... Aan m'n reet, witte! Je woont fijn in Hilversum en 's avonds in je warme bed denk je wel es aan ons! (Olaf J. De Landell: De porseleinen spiegel. 1976)
• Nee dat mag niet, je mag geen eigen rechter spelen. Me reet in. (J.W. Holsbergen: Tussen melk en bitter. 1978)
• We mochten thuis niet “an me reet” zeggen’ zei ze zo plat mogelijk, ‘en dan zeiden we “an me scheenbeen”. (Alfred Kossman: Hoogmoed en dronkenschap. 1981)
• Oma Kobboy heette vroeger oma Amereet omdat ze altijd zei: `Aan m'n reet!' (Vincent Mahieu: Tjies, 1958, herdruk 1987)
• Wel m'n poen inleveren, maar geen dope. Ja, an me reet. (Arie Visser: Het vangen van de draak, 1983)
• Beschaving? Me reet! (Dimitri Frenkel Frank: Memoires van een lafaard. 1986)
• Dat gaat dan door voor onze geestelijke elite, zeg. Nou, m'n reet. (Gerard Cox in Humo, 19/03/1987)
• Die taal zullen ze wel heilzaam vinden, net als honingthee. M'n reet! (Boudewijn van Houten: De vlucht naar voren. 1988)
• Ovvie maar effe mee wou schokke....? Ja, hiero, me reet. (J.A. Deelder: Drukke dagen. 1988)
• Zwanger? Me reet! (Albert Mol: Wat zien ik... 1988)
• Publieke opinie, me reet.... (A.F. Th. Van der Heijden: Advocaat van de hanen. 1990)
• Schat mijn reet dacht ze. (Lydia Rood: Beide benen. 1990)
• ‘Zuiver, m’n reet,’ zei Simon. (Joost Zwagerman: Vals licht. 1991)
• 'Het was een onoverzichtelijke situatie,' zei Bernhard.
'Ja, onoverzichtelijk, m'n reet.' (René Appel: Van kwaad tot erger. 1996)
• Heilige tekst, mijn reet! (Adriaan van Dis: Dubbelliefde: geschiedenis van een jongeman. 1999)
• ‘Tot de familie, mijn reet,’ zegt de vrouw bij het raam. (Kees ’t Hart: De revue. 2000)
• Sorry, sorry. Me reet. (Martin Bril: Het leed dat liefde heet. 2009)
• En dan zeggen dat d'r kinderen d'r alles zijn. M'n reet! (Nieuwe Revu, 05/05/2004)
• Pedofilie? Me reet. (Ronald Giphart: Mijn vrouw en andere stukken. 2009)
• Vorige maand, hetzelfde gelazer, douaneproblemen. M’n reet – ik geloof niets van douaneproblemen. (Sanneke van Hassel: Witte Veder. 2009)
• Eerlijk delen, m’n reet. (Wanda Bommer: Engel. 2009)
• (Lex Reelick, Cor Swanenberg, drs. Erwin Verzandvoort & Michel Wouters: Bosch woordenboek. 2009)
• Volgens de directeur wordt het gebouw op deze manier meer bij het Leidseplein betrokken. Me reet. (Youp van ”t Hek: Omdat jij mijn beste vriend bent. 2010)
• ‘Analfabeet,’ zei Marike.
‘Ammereet,’ zei Goos op precies dezelfde toon. (Lydia Rood: Kus me. Kus me niet. 2011)
• Sorry me reet. Straks mis ik mijn trein doordat jij hier staat te treuzelen, klootviool. (Henk Rijks: Incognito. 2012)
• We gaan urenlang gourmetten. Nasi, mijn reet! (Nico Dijkshoorn: Nooit ziek geweest. 2012)
• Discrete drive-inkamers, m’n reet. (Wanda Bommer: De bijvangst. 2014)
• Een grachtenpand op IJburg, m’n reet. (Sylvia Witteman: Iemand moet het doen. 2015)
• Ze spelen allemaal in op de onzekerheden van mensen. Er wordt gezegd dat de markt inspeelt op de behoeften van de mens. Ja hoor, mijn reet. (Loïs Bisschop: Ik drink niet meer. 2015)
• Vrijheid, m”n reet. (A.H.J. Dautzenberg: De dag dat de gieren buigen. 2016)
