Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 25-05-2021

aan hem (haar) is een steekje los

betekenis & definitie

(1871) (inf.) hij of zij is gek.

• Meest is een steekje los aan al die idealen. (P.A. de Genestet: Dichtwerken. Verzameld. 2de dr. 2 dln. 1871)
• steekje, steekie, in: doar is ’n steekje an lös = op het gedrag van zoo iemand valt wel wat aan te merken, inzond. met betrekking tot meisjes. (Ook elders doch niet bij v. Dale.) (H. Molema: Woordenboek der Groningsche volkstaal, in de 19de eeuw. 1895)
• Ze kruipt in haar kelder als ze hem ziet, ze is als de dood voor hem. Er is ook aan haar wel een steekje los. (Carry van Bruggen: Eva. 1927)
• Nu wil hij van mij weten hoeveel steekjes er aan die vent hebben losgezeten. (Richard Perridon: Ik lijk op ‘t lijk. 1959)
• Er was maar één jongen in onze klas van wie we zelf ook een tijdje dachten dat er een behoorlijke steek aan hem los was, omdat hij altijd dingen zei waar je geen touw aan vast kon knopen en ook nog schreeuwde alsof iedereen doof was. (Willem van Toorn: Rooie en andere verhalen over mijzelf en mijn klas. 1992)
• Aan mannen met macht en status is natuurlijk per definitie een steekje los. (Lydia Rood: Zij haar zin. 1996)
• De mensen met een steekje los woonden gewoon in de buurt in die tijd. (Marga Kool: Een kleine wereld. Terug naar het dorp van mijn ouders. 2006)
• Dat die Prit zijn broertje op durft te zoeken na alles wat er is gebeurd, getuigt in zijn ogen van zo’n gewetenloosheid, dat hij zich afvraagt of er een steekje loszit bij die ex-drenkeling. (Sjanti Mahabier: De Keizer van Rotterdam. 2009)
• Als je kwijlend over de adapter van je laptop praat, dan is er een steekje aan je los. (Ferry Piekart. Meer gemekker. Columns over Apple-verdwazing. 2015)
• Bij de meeste tijdrijders zit er een steekje los. Ze willen alles controleren. (Thijs Zonneveld: Het Panini-album. 2018)