Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 25-06-2023

aan de snarrel

betekenis & definitie

(1841) (Zaanstreek) aan de zwier.

• (Zaanlandsch jaarboekje, Volumes 1-3. 1841)
• Snarrel: hij is van nacht aan de snarrel geweest (hij heeft het van nacht bont gemaakt, enz.). (B. van Geuns: Beschrijving van Zaandam. Met. Platen.-Description de la vlile de Zaandam ...1842)
• Snarrel. (aan de). Hij is van nacht aan de - (aan de zwier) geweest. (Lijst van Zaansche woorden. In: Noord en Zuid. Jaargang 3. 1880)
• (G.J. Boekenoogen en K. Woudt: De Zaanse volkstaal. 1821-1971)

< >