Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 18-02-2021

aan de pieren gaan

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Groningen, stud.) op de zwier gaan.

• pier, in: an de pier goan = zwieren, rinkelrooien, pierewaaien = pieren; an de pier komen, ook: an de boemel komen = zich daaraan bij voortduring overgeven; pier = zwierbol. Studentenw. Eigenlijk zooveel als: aan den hengel gevangen worden door in de pier te bijten. Meurs: an de pier kommen = in t net loopen. (H. Molema: Woordenboek der Groningsche volkstaal, in de 19de eeuw. 1895)