Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 04-03-2020

aalmoezebijnier

betekenis & definitie

(1978) (sold.) hulpje van de aalmoezenier. Soms verkort tot bijnier*.

• Aalmoezebijnier. Hulpje van de aalmoezenier. (Henk Salleveldt: Het woordenboek van Jan Soldaat. 1978)
• Slaagt Clinton erin de banvloek op homofiele soldaten en matrozen op te heffen, dan is het nog maar de vraag bij welke wapens zij mogen dienen. Als het aan de generaals ligt, dan worden zij te werk gesteld als onderbroekenteller (foerier) of als aalmoezebijnier (hulpje van de aalmoezenier). (Nieuwsblad van het Noorden, 04/02/1993)