(2002) (inf.) prostituée met een uitgebreide klandizie; bijzonder drukbezochte hoer. Zinspeelt op de lange wachttijden (zoals op de A16).
• (Marc van Oostendorp: Rotterdams. Taal in stad en land. 2002)
• (Wim Daniëls: Vet! Jongerentaal nu en vroeger. 2004) p. 98
• Ome Jan is de bank van lening, kommaneuker een boekhouder en torpedo een drol. En er is nog zo veel meer. Uilepis betekent een plat biertje, musseli-entje een roze koek en een dweil is een vrouw die met elke man naar bed gaat, maar geen temeie is (prostituee) of zelfs een A16: eentje met heel veel klanten. (www.metronieuws.nl, 27/08/2017)
• A16 drukbezette prostituee (naar de drukbereden snelweg). (Crimineel ABC in Elsevier, 24/04/2021)