Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 24-10-2022

balen

betekenis & definitie

(1943) (inf.) ergens meer dan genoeg van hebben; vreselijk het land hebben. Oorspronkelijk vooral soldatentaal, in de vorm 'ergens de balen (tabak) van hebben'. Zie ook: tabak* hebben. Vgl. ook de argotbetekenis van het Franse 'tabac', nl. ellende. Volgens sommige bronnen zuiverde minister van financiën, Piet Lieftinck na de oorlog het geld, waarbij iedere Nederlander tijdelijk over niet meer dan 10 gulden kon beschikken. Op de Amsterdamse beurs ontstond toen het grapje: "Lieftinck? Daar heb ik tabak van." Lieftinck's tabak was destijds erg bekend. Overdrijvend werd het toen: "Daar heb ik balen tabak van". Tabak werd dan later weggelaten. Sedert de jaren zestig van vorige eeuw is ‘balen’ ook in de jeugdtaal erg populair. Latere toevoegingen zoals paard, rund, stier, stekker dienen gewoon ter versterking. Volgens het WNT werd ‘balen’ al in 1940 opgetekend in de Katwijkse volkstaal.

• Nu ken ik menschen, die werkelijk van hun eigen tabaksoogst van het vorige jaar hebbeh gerookt, maar ik ken er ook velen, die, figuurlijk gesproken, balen tabak van hun aanplant hebben. (Nieuwsblad van het Noorden, 22/03/1943)
• En bovendien heb ik al balen tabak van al die interviews. (Nieuwe courant, 09/09/1949)
• Wij hebben balen tabak van deze Commissie. (Amigoe di Curacao, 02/01/1952)
• In Nederland zegt men wel eens „ik heb er tabak van". Voor Korea is zo’n uitdrukking blijkbaar niet sterk genoeg en wordt het „balen tabak" en eindigt dan meestal met alleen maar „balen". (De Telegraaf, 01/06/1953)
• Kwam je met stukgelopen schoenen van een patrouille door de oetan terug, dan betekende het meewarig hoofdschudden van de magazijnmeester, dat je voorlopig maar op je blote voeten dienst moest doen. Geen wonder dan ook dat in die dagen het verheffende lied „Balen droefheid Nieuw-Guiné" ontstond. (De Tijd, 09/03/1954)
• Vóór Nederlands intrede in de NAVO was balen het meervoud van het zelfstandig naamwoord baal. In de volksmond werd het soms gebruikt om uitdrukking te geven aan het gevoel er genoeg van te hebben. „Ik heb er balen van" was de overtreffende trap van „ik heb er tabak van". In onze parate NAVO-divisie is balen een werkwoord geworden, en het werkwoord, dat het meest wordt gebruikt. Men hoort het in elk gesprek tussen soldaten en vindt het op schuttingen en bunkermuren in de legerkampen: We gaan weer balen- We balen van de hap - Baal jij ook zo?- Hoe lang moet jij nog balen? - Achttien maanden balen. Dit werkwoord wordt vervoegd in alle tijden en personen. (De waarheid, 19/10/1956)
• Men vindt bij de Dienst Welzijnszorg en in andere landmachtkringen de tekst van het liedje nogal negatief en zeker niet geschikt om met officiële medewerking van militairen te laten uitvoeren. „Ik heb er baaalen van" is namelijk een soldatenuitdrukking om afkeer aan te geven, meer speciaal afkeer van de dienst. (het Vrije Volk, 12/02/1960)
• 'Balen' is een moeilijk precies te vertalen soldatenuitdrukking voor het mengsel van verveling en woede, frustratie en apathie dat de dienst zo vaak oproept. (Tirade. 1965)
• Studeren. Hij had er balen van. (Henk van Kerkwijk: De stervende dode. 1965)
• Wat een ellende, ik baal als een tijger, ik wil slapen. (Maarten 't Hart: Ik had een wapenbroeder, 1973)
• Zonder zich om te draaien vertelt ze me dat ze ‘baalt als een stier’. (Gerrit Krol: Een Fries huilt niet. 1980)
• En toen de koningin er vandoor ging had iedereen balen van de oorlog. (Jan Cremer: De Hunnen. 1983)
• Dat was balen als een stekker toen het `Whitesnake'-concert vorig jaar niet doorging. (Muziek Express, mei 1988)
• Buiten het gezichtsveld van de Feyenoorders baalt hij als een stier. (Sport International, oktober 1991)
• balen/ balen droefheid: de pest in hebben. (Fred S. Loen: Petjoh. Indisch woordenboek. 1994)
• Tot m’n teleurstelling werd ik na m’n opleiding op Vliegkamp Valkenburg geplaatst. Ik baalde als een stekker. (Clifford C. Cremer: Bomberjack. 2000)
• Sommige haventermen zijn opgegaan in de Nederlandse spreektaal, zonder dat herkomst direct duidelijk is. De uitdrukking 'ik heb er de balen van' komt van de zakkensjouwers. (Leeuwarder Courant, 06/09/2002)
• Soldatenliedjes waren populair, al was het genre niet vrij van risico’s. Dat merkten de heren van het Leedy Trio die op tekst en muziek van eigen makelij een liedje zongen met een nieuw modewoord dat in veel kazernes de ronde deed: ‘Balen, balen, dat is het lied van Jan Soldaat...’ Wie geen zin had in het verrichten van zijn militaire plichten, zei immers dat hij baalde. Niemand wist waar het woord vandaan kwam, maar opeens werd het alom gebezigd. (Henk van Gelder: De schnabbeltoer. 2005)
• Jongen, ik baal als een stekker van jou. (Renate Dorrestein: Is er hoop. 2009)
• Ik baalde als een stekker, omdat mijn oog nog steeds een beetje bloeddoorlopen was van de mascaraborstel die ik er die ochtend vakkundig in had weten te duwen. (Rhijja Jansen: Boer zoekt m/v. 2012)
• Baalt als een stekker, van Nederland. (Bert Wagendorp: Ventoux. 2013)
• Betty baalt gewoon als een stekker als ze bepaalde kleding niet past. (Anita Terpstra: Het huis vol. 2018)
• De textielindustrie in Tilburg lag op haar gat. Ons pap had twee massaontslagen op rij meegemaakt en ‘scheet er compleet de balen van’. (Kluun: Familieopstelling. 2020