Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Gepubliceerd op 20-04-2017

Wittgenstein, Ludwig J

betekenis & definitie

J. 1889-1951. Werd geboren in Wenen, doceerde in Cambridge. Zijn beide hoofdwerken waren vooraanstaande bijdragen aan filosofische stromingen, de Tractatus Logico-Philosophicus aan het logisch atomisme en de Philosophische Untersuchungen (reeds voor publikatie invloedrijk door mondelinge verbreiding) voor de linguistische filosofie (zie filosofie en analyse).

In de Tractatus trachtte hij zich te houden aan de extensionalistische logica (zie intensionaliteit), hetgeen hem ertoe bracht de grenzen te verkennen tussen wat expliciet uitgedrukt en wat alleen getoond kan worden. Het centrale onderwerp van de Untersuchungen is zijn verwerping van de mogelijkheid dat er woorden zijn die hun betekenis daaraan ontlenen dat ze staan voor innerlijke ervaringen alleen toegankelijk voor de ervarende persoon; dit bracht hem tot de opvatting dat filosofische problemen in het algemeen voortkomen uit misverstanden over hoe de taal werkt. Al zijn werken behalve de Tractatus zijn postuum uitgegeven. Tractatus Logico-Philosophicus, 1921 (Tractatus Logico-philosophicus, Ned. vertaling, 1975). Philosophische Untersuchungen/Philosophical Investigations, tweetalige uitgave, 1953 (Filosofische onderzoekingen, 1976). Über Gewissheit/On Certainty, 1963 (Overzekerheid, 1977). Lecture onEthics, 1965. Lectures and Conversations on Aesthetics, Psychology and Religious Belief 1966 (Ned. vertaling van de laatste twee titels: Colleges over ethiek, esthetica, psychologie en religieus geloof, 1979). Zie ook betekenis, epistemologie, finitisme, positivisme, privÉ-taal, ruimte en tijd, diepteen oppervlaktestrucruuR, taalspel, universalia en particularia, wisdom, zien.