1794-1866. Werd geboren in Lancaster, doceerde in Cambridge, waar hij ‘master’ van Trinity College werd. Hij doceerde mineralogie en moraalfilosofie, maar is vooral bekend gebleven om zijn weten
schapsfilosofische werk. Hij ontwikkelde de hypothetisch-deductieve methode (zie inductie). Whewell meende dat bepaalde fundamentele beginselen aangeboren zijn maar pas op grond van nadenken evident worden. Hij werd bestreden door J.S. Mill. In de ethica ontwikkelde hij een systeem gebaseerd op rechten die zelf weer op de menselijke natuur waren gebaseerd. History of the lnductive Sciences, from the Earliest to the Present Time, 1837. Philosophy of the lnductive Sciences, Founded upon their History, 1840, in de 3de editie uitgebreid tot drie delen: History of Scientific Ideas, 1858, Novum organon renovatum, 1858, On the Philosophy of Discovery, 1860. Elements of Morality, Including Polity, 1845.