Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Gepubliceerd op 20-04-2017

Volheid, principe van de

betekenis & definitie

Het principe dat het heelal, om zo volmaakt mogelijk te zijn, zo vol mogelijk moet zijn: de grootst mogelijke diversiteit van soorten in de grootst mogelijke overvloed moet bevatten die met de natuurwetten verenigbaar is. Vgl. het idee dat bestaan een element van vervolmaking is (ontologisch godsbewijs).

Een andere versie van het principe is dat niets in alle eeuwigheid een reële maar ongeactualiseerde mogelijkheid kan blijven.
A.O. Lovejoy, The Great Chain ofBeing, 1936.
J. Hintikka, Time and Necessity, 1973, hoofdstuk 5. (Bespreekt het principe bij Aristoteles, bekritiseert Lovejoy. Vgl. de boekbespreking in Journal of Hellenic Studies, 1977, pp. 183-186. En vgl. J. van Rijen, ‘Hintikka en het principe van de volheid’, Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte, 1982.)