Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Gepubliceerd op 20-04-2017

Taalspel

betekenis & definitie

Wittgenstein besprak de manier waarop de taal functioneert door kleinschalige talen te bedenken voor bepaalde soorten activiteit, zoals een huis bouwen, en door zich af te vragen hoe die werken en aan welke eisen ze moeten voldoen.

Hij vergeleek ze met bepaalde kinderspelletjes en noemde ze daarom taalspelen. Vervolgens vergeleek hij ze met de echte taal in haar volle complexiteit, en gebruikte hij ze om de rol van woorden in verschillende menselijke praktijken zoals wetenschap beoefenen en toneelspelen te onderstrepen. Aanvankelijk beschouwde hij ze als primitief of autonoom, d.w.z. als activiteiten die de rest van de taal niet veronderstellen. Maar ‘taalspel’ werd later ook toegepast op bepaalde delen of gebieden van al bestaande talen. Zo kan religieuze taal, of taal die wordt gebruikt in verband met geloven, een taalspel worden genoemd, hoewel dergelijke taalfragmenten nauwelijks zouden kunnen bestaan tenzij als delen van een meer algemeen gebruikte taal.
L. Wittgenstein, Philosophische Untersuchungenjphilosophical lnvestigations, 1953 (Filosofische onderzoekingen, 1976), i.h.b. deel 1, §§7,23.
R. Rhees, Discussions of Wittgenstein, 1970, hoofdstuk 6. (Bespreking van enkele moeilijkheden door een sympathisant.)
A. Kenny, Wittgenstein, 1973 (Wittgenstein, Ned. vertaling, 1974). (Behandelt o.m. Wittgensteins beschouwingen over taalspelen.)