Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Gepubliceerd op 20-04-2017

Protagoras

betekenis & definitie

Ca 480-41 o v. Chr. Afkomstig uit Abdera (noord-oost Griekenland). Hij wordt als de eerste en grootste van de Griekse sofisten beschouwd.

Niet de góden, noch de natuur, maar ‘de mens is de maat van alle dingen, van het zijnde dat (zoals) het is, van het niet zijnde dat (zoals) het niet is’. In tegenstelling tot de natuurfilosofen uit de 6e eeuw v. Chr. stelt hij niet de natuur, maar de mens als kennend en handelend wezen in het centrum van het denken. Protagoras’ stijl van filosoferen en zijn denkbeelden zijn ons vooral bekend uit de gelijknamige dialoog van Plato. Zie ook sofisten, voor-socratici.