1853-1920. Oostenrijks filosoof, geboren in Lemberg (Lwow), werkte voornamelijk in Graz. Hij ontwikkelde de opvatting van brentano door uit te gaan van het onderscheid tussen de inhoud en het object (‘Gegenstand’) van een gedachte. Zijn filosofie gaat voornamelijk over de verschillende soorten van dergelijke objecten.
Daartoe behoren tafels en stoelen, die existeren, zaken zoals het verschil tussen rood en groen of het getal twee, die subsisteren (d.w.z. wel reëel zijn maar niet existeren), en ten slotte draken, de berg van goud en het ronde vierkant, die noch existeren noch subsisteren maar wel ‘Soseiri (zo-zijn) hebben. Ook vulde hij Brentano’s onderscheid tussen ideeën en oordelen aan door ‘veronderstellingen’ (‘Annahmen’) in te voeren, en werkte hij een theorie over waarde uit. Zur erkenntnis-theoretischen Würdigung des Gedachtnisses, 1886. Über Annahmen, 1902. ‘Über Gegenstandstheorie’, in A. Meinong (red.), Untersuchungen zur gegenstandstheorie und Psychologie, 1904. Über Möglichkeit und Wahrscheinlichkeit, 1915. Zur Grundlegung der allgemeinen Werttheorie, 1923. ZieookoBject, verwijzing, zijn.
