Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Gepubliceerd op 20-04-2017

Kosmologisch godsbewijs

betekenis & definitie

Argument voor het bestaan van God dat van Aristoteles stamt maar verschillende vormen aanneemt. Sommige versies ervan worden het argument van de eerste oorzaak genoemd. Dit houdt in dat alles een oorzaak moet hebben en dat God moet bestaan om de eerste oorzaak te zijn - gewoonlijk niet de eerste in de tijd (Aristoteles meende dat het heelal eeuwig was) maar als een aanhoudende oorzaak. Aristoteles geeft het voorbeeld van een stok die een steen beweegt maar tegelijk zelf door iemand wordt bewogen.

Een andere versie van het kosmologische godsbewijs, afkomstig van Thomas van Aquino, is dat het heelal slechts contingent bestaat (zie modaliteiten), en daarom van iets moet afhangen dat noodzakelijk bestaat, namelijk God. Kant meende dat deze versie hetzelfde hoofdbezwaar heeft als het ontologische godsbewijs. Het godsbewijs wordt kosmologisch genoemd omdat het gebaseerd is op de aard van de kosmos of het heelal, hetgeen niet het geval is bij het ontologische godsbewijs en bij het godsbewijs dat uitgaat van de religieuze ervaring. Daarnaast wordt het godsbewijs naar het goddelijk plan, dat ook uitgaat van de aard van het heelal, gewoonlijk eveneens beschouwd als verschillend van het kosmologische godsbewijs.
A. Flew, An Introduction to Western Philosophy, 1971, hoofdstuk 6.
A. Kenny, The Five Ways, 1969. (Thomas’ bewijzen voor het bestaan van God. De eerste drie zijn hier relevant.)