Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Gepubliceerd op 19-04-2017

Hegel, Georg W

betekenis & definitie

F. 1770-1831. Geboren in Stuttgart, doceerde aan verschillende Duitse universiteiten, met name die van Berlijn. Hij wordt gewoonlijk beschouwd als objectief idealist. Zijn systeem kenmerkt zich door het gebruik van een dialectiek van these, antithese en synthese (hoewel sommige geleerden ertegen waarschuwen dit al te zeer bij Hegel te benadrukken), en kan worden beschreven als een poging de ontwikkeling of het zich ontvouwen van de ‘geest’ te schetsen, zowel systematisch in een logische categorieënleer als historisch in het proces van de wereldgeschiedenis. Hij beïnvloedde zeer uiteenlopende denkers zoals marx, bradley en croce, en werd hevig bestreden door kierkegaard en schopenhauer.

Phanomenologie des Geistes, 1807 (Fenomenologie van de geest. Fragmenten, 1981). Wissenschaft der Logik, drie delen, 1812,1813,1816. Die Encyclopadie der philosophischen Wissenschaften im Grundrisse, 1817 (het eerste deel wordt vaak de ‘Kleine Logik’ genoemd, het tweede deel gaat over natuurfilosofie, het derde deel bestrijkt hetzelfde terrein als de Phanomenologié). Grundlinien der Philosophie des Rechts (1821). Vorlesungen über die Asthetik, 1835 (de Vorrede vertaald als Over de esthetiek, 1988). Zie ook idee, metafysica.