Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Gepubliceerd op 19-04-2017

Dialectiek

betekenis & definitie

Letterlijk een methode voor gesprek of debat. ‘Dialectiek’ sloeg oorspronkelijk op debatteertoernooien, maar Socrates en (aanvankelijk) Plato meenden dat de beoefening van de filosofie en de ontdekking van filosofische waarheden het beste gediend waren met de wisselwerking van meningen in een gezamenlijk onderzoek, in een spel van vraag en antwoord.

Plato gebruikte daarom ‘dialectiek’ voor de filosofische methode in het algemeen, en ging de term op den duur toepassen op elke onderzoeksmethode die hij in een bepaalde fase voorstond, of op het hoogste stadium daarvan. Aristoteles hield zich aan de betekenis van dialogische interactie; maar hoewel hij de dialectiek beperkte tot serieus onderzoek, als verschillend van eris- tiek of geredetwist, achtte hij het een minderwaardige onderzoeksmethode omdat zij uitging van premissen waarover de gesprekspartners het onderling eens waren in plaats van premissen waarvan de waarheid kon worden bewezen.

Het gebruik van ‘dialectiek’ voor discussies waarin men een opponent tot een contradictie dreef droeg ertoe bij dat voor de Stoici en in de middeleeuwen ‘dialectiek’ meestal synoniem werd met ‘logica’. Het Aristotelische trekje dat dialectiek op ontoereikende premissen berust vinden we ook weer bij Kant. Bij vele latere auteurs, met name Hegel en Marx, is het element van ‘wisselwerking’ overgegaan van de ontwikkeling van gedachten op die van de wereld zelf. De werkelijkheid ontwikkelt zich dialectisch door de wisselwerking van tegengestelden. Zie ook dialoog logica, materialisme.
G. E.L. Owen (red.), Aristotle on Dialectic, 1968. (Essays over dialectiek tot en met Aristoteles, van uiteenlopende moeilijkheidsgraad. Het meest toegankelijk zijn de bijdragen van Ryle (controversieel), Moreau en Moraux (beide in het Frans).)
W. van Dooren, Dialektiek. Een historische en systematische inleiding, 1977, hoofdstuk 2. (Dialectiek tot op heden.)