Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Gepubliceerd op 19-04-2017

Criterium

betekenis & definitie

Iets dat ons op doorslaggevende wijze in staat stelt te weten dat iets bestaat, dan wel of een woord juist wordt gebruikt. Criteria moeten logische, en niet slechts inductieve evidentie vormen voor dat waarvan ze criteria zijn. De filosofische belangstelling voor criteria is vooral gewekt door Wittgenstein, hoewel het omstreden is wat hij precies met de term bedoelde.

Wanneer een ziekte wordt gedefinieerd als de aanwezigheid van een bepaalde bacil, dan geeft de ontdekking dat iemand die bacil heeft ons een criterium om te zeggen dat hij de ziekte heeft, terwijl de ontdekking dat hij een ontsteking heeft ons slechts een symptoom geeft. Een symptoom is iets waarvan we uit ervaring weten dat het altijd met de zaak in kwestie samen gaat, maar het hoeft niet tot de definiërende kenmerken ervan te behoren. Symptomen zijn daarom een van de soorten evidentie voor de aanwezigheid van de zaak. Een ander soort is wat slechts af en toe met de zaak samen gaat. Wittgenstein maakt duidelijk dat criteria en symptomen fluctueren naarmate de omstandigheden verschillen of zich wijzigen.

Hoewel een criterium door een definitie is verbonden met dat waarvan het een criterium is, hoeft het toch niet in ieder geval aanwezig te zijn. Paarden zijn per definitie viervoeters, zodat viervoeter-zijn deel uitmaakt van een criterium voor wat een paard is, maar spelingen der natuur kunnen vijf poten hebben. Belangrijker is dat we, naar Wittgenstein meent, alleen daardoor beschikken over een begrip pijn omdat er voor iedereen toegankelijke criteria zijn om uit te maken of iemand pijn heeft; toch kan pijn of de afwezigheid ervan gesimuleerd worden. Hieruit lijkt te volgen dat criteria belangrijk zijn voor de toepasselijkheid van een begrip in het algemeen veeleer dan in bijzondere gevallen (zie Hamlyn). Vgl. ook Wittgensteins duiding van universalia als ‘familiegelijkenissen’. Een begrip kan meer dan één criterium hebben.

Een kenmerk wordt vaak in losse zin een criterium van iets genoemd als het behoort tot een verzameling kenmerken die samen een criterium ervan in de strikte zin vormen. Als het hebben van manen, hinniken en vier poten hebben samen een criterium vormen voor wat een paard is, dan is het hebben van manen een criterium ervoor in losse zin; niet alle wezens met manen zijn paarden. Zie goed voor het verband tussen betekenis en criteria, die sommige auteurs (bijvoorbeeld Hare) in het geval van waardetermen als ‘goed’ anders met elkaar verbinden dan in het geval van andere termen. Zie betekenis voor criterium W.L. Wittgenstein, The Blue and Brown Books, 1958 (maar veel eerder geschreven), pp. 24-25. (Hier komt Wittgenstein het dichtst bij een definitie van ‘criteria’. Vgl. de paragraaf over criteria in N. Malcolms bespreking van Wittgenstein in Philosophical Review, 1954, herzien en herdrukt in zijn Knowledge and Certainty, 1963, en in G. Pitcher (red.), Wittgenstein, 1966. Vgl. voor verdere verwijzingen N. Griffin, Relative Identity, 1977, p. 49 n. 3-)
R. Albritton, ‘On Wittgenstein’s use of the term “criterion”’, Journal ofPhilosophy, 1959, met latere overwegingen herdrukt in Pitcher, z.b. (Meent dat Wittgenstein twee opvattingen had over criteria. Vele gedetailleerde verwijzingen naar de tekst.)
D. Locke, Myselfand Others, 1968, hoofdstuk 6.
J.W. Cook, ‘Human beings’, in P. Winch (red.), Studies in the Philosophy of Wittgenstein, 1969. (Locke en Cook bespreken criteria en het gebruik ervan in de filosofie van de geest.)
D.W. Hamlyn, The Theory of Knowledge, 1970, pp. 68-75. (Begrippen en criteria.)
R.M. Hare, The Language ofMorals, 1952, hoofdstuk 6. (Betekenis en criteria in verband met de term ‘goed’.)
R.M. Chisholm, Theory of Knowledge, 1966 (Kennistheorie, 1968). (Bevat een hoofdstuk over het probleem van het criterium.)