Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Gepubliceerd op 19-04-2017

Begrip

betekenis & definitie

'Begrip' of 'concept' heeft enkele betekenissen van de meerduidige term ‘idee’ overgenomen, deels misschien omdat ‘idee’ beelden ed. suggereert. Een begrip van iets hebben betekent in staat zijn het van andere zaken te onderscheiden, of in staat zijn er op een of andere wijze over te denken of redeneren.

Begrippen zijn verbonden met universalia. Volgens één opvatting zijn begrippen ‘van’ universalia, zodat wie over het begrip hond beschikt begrip heeft van een niet-materieel object zoals een Platonische vorm . We kunnen ‘het begrip hond’ misschien het beste opvatten als één taalkundige eenheid (‘hond-begrip’), zodat we niet in de verleiding komen te zoeken naar een entiteit waar ‘hond’ voor staat. Een nauw verwante opvatting, het conceptuele realisme, ziet het begrip of concept zelf als een substantiële entiteit, waarmee men in zekere zin in relatie staat wanneer men over het begrip beschikt. Dit leidt tot de ‘paradox der analyse’. (Zie hierover en over begripanalyse filosofie en analyse.)

Terwijl het conceptuele realisme zegt dat begrippen universalia zijn, zegt het conceptualisme dat universalia begrippen zijn, maar het laat open wat begrippen zijn. Ze zijn afhankelijk van de geest maar worden door vele geesten gedeeld.

Misschien is het beschikken over een begrip een vaardigheid, indien namelijk, zoals hierboven geopperd, het beschikken over het begrip hond betekent dat men in staat «over honden te denken. Hoe ver die vaardigheid moet gaan is omstreden. Beschikt een dier, of een apparaat, over een begrip hond als het specifiek op honden reageert? Kan een blindgeboren man het begrip rood kennen? Veronderstelt het beschikken over een begrip dat men in staat is een woord te gebruiken? Misschien is ‘over een begrip beschikken’ in deze opzichten meerduidig. We moeten onderscheiden tussen het algemene begrip hond en het begrip hond van een individueel persoon. Deze of gene rekent er misschien vossen toe, of denkt dat honden per definitie een staart hebben; maar als hij te ver afwijkt zal zijn begrip niet langer het begrip hond zijn.

VoorFrege is ‘begrip’ een logische term, die tegenover object staat. Objecten zijn dingen waar we over kunnen praten, terwijl begrippen kunnen worden beschouwd als dat wat we op objecten toepassen wanneer we erover praten. In ‘Arkel is een paard’ staat ‘Arkel’ voor een object en ‘is een paard’ voor een begrip. Begrippen zijn dus in zekere zin onvolledig: ‘Arkel’ kan op zichzelf staan, als naam, terwijl ‘is een paard’ dat niet kan. Frege drukte dit uit door objecten verzadigd en begrippen onverzadigd te noemen (maar vgl. Dummett, pp. 31-33). Frege definieerde een begrip ook als ‘een functie waarvan de waarde (zie variabele) altijd een waarheidswaarde is’. Aangezien dat waar we over praten automatisch een object is, trok Frege de paradoxale conclusie dat ‘het begrip paard geen begrip is’ aangezien we er immers over praten.

Begrippen zijn meestal algemeen (het begrip hond bestrijkt honden in het algemeen), maar er zijn ook individuele begrippen (bijvoorbeeld het begrip Noordzee).
Zie relativisme over begrippenschema. Zie ook polaire begrippen.

P.T. Geach, Mental Acts, 1957. (Bespreekt de aard en verwerving van begrippen. Soms moeilijk.)
G. Frege, Funktion, Begriff, Bedeutung. Fünf logische Studiën, 1962. (Door G. Patzig bezorgde keuze van vijf artikelen, waaronder ‘Über Begriff und Ge- genstand’ en ‘Funktion und Begriff. Zie J. Valberg, ‘Improper singular terms’, Proceedings of the Aristotelian Society, 1970-71, voor een bespreking van de ‘paard-paradox’. Vgl. M. Dummett, Frege: Philosophy of Language, 1973.)
K.R. Popper, The Logic of Scientific Discovery, 1959 (oorspr. Logik der For- schung, 1934), § 14. (Individuele begrippen. Zie ook Leibniz, o.a. Discours de métaphysique.)
R.Shiner in Journal of the History of Philosophy, 1979, pp. 71-72 en R.P. Wig- gins, Sameness and Substance, 1980, p. 79n. (Concepten en concepties.)