Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Wijnand otto jan NIEUWENKAMP

betekenis & definitie

Nederlands grafisch kunstenaar en illustrator, schilder, architect, schrijver, ethnoloog en ontdekkingsreiziger (Amsterdam 27 Juli 1874 ~ San Domenico di Fiesole 23 Apr. 1950), bezocht korte tijd de Amsterdamse Kunstnijverheidsschool doch vormde in hoofdzaak zichzelf. Hij werkte tot 1900 te Haarlem, van 1910-1920 te Edam, daarna in Italië en op talrijke reizen, vnl. naar Bali en andere eilanden van de Oostindische archipel.

Hij vervaardigde vele etsen, droge-naalden, aquatinten, dikwijls van groot formaat, houtsneden en tekeningen. Vooral sinds 1921 schilderde hij ook voorstellingen uit India en Indonesië. Hij behoorde tot de vernieuwers van de Nederlandse grafische kunst, in het bijzonder van de houtsnede. Zijn grafische werken onderscheiden zich door de overzichtelijkheid der compositie en de klare, zuiver lineaire, volmaakt met de techniek overeenstemmende stijl. Zijn schilderijen verschillen niet wezenlijk van zijn grafisch werk. Zijn stijl krijgt een enigszins dualistisch karakter door deze mengeling van verstandelijk objectieve, gedetailleerde weergave van de werkelijkheid en de neiging tot styleren in de vlak ingevulde, weinig expressieve kleur en het rhythmisch decoratief lijnenspel, dat enigszins Oosters aandoet.

Van zijn reizen bracht hij belangrijke verzamelingen voortbrengselen van kunst en kunstnijverheid mede (o.a. voor verschillende ethnografische musea in Nederland). Naar aanleiding van zijn 75ste verjaardag is in Edam het Museum Nieuwenkamp geopend, waar een gedeelte van zijn werk en van zijn Indische collectie worden tentoongesteld.Bibl.: Bali en Lombok (met 250 tekeningen, 1906-1910); Zwerftochten op Bali (met 100 tekeningen, Amsterdam 1910; 2de dr. 1922); Heilige Steden, Engelsch Indië (’s-Gravenhage 1924); Zwerftochten door Timor (Amsterdam 1925); Bouwkunst van Bali (’s-Gravenhage 1926); Beeldhouwkunst van Bali (’s-Gravenhage 1928). Uitgaven: Oude Hollandsche steden aan de Zuiderzee (samen met J. G. Veldheer, Haarlem 1897); Dordrecht (zes etsen, samen met J. M. Graadt v. Roggen, Amsterdam 1897); Cat. van Etsen en Houtsneden (geheel in hout gesneden, 1904); Een Boekje met Houtsneden (1905); Houtsneden van Nieuwenkamp (1912); Benares (zes etsen, 1915); Mijn Huis op ’t Water, Mijn Huis op ’t Land (’s-Gravenhage 1930); Eerste vervolg op Mijn Huis op ’t Water enz. (’s-Gravenhage 1935): Tien jaar op een villa bij Florence (1936).

Lit.: H. J. Hubert, Twee honderd etsen en houtsneden van W. O. J. N. (Amsterdam 1912); J.

Baart de la Faille, Vijftig nieuwe etsen van W. O. J. N. (Amsterdam 1916); Illustrated Catalogue of Original Etchings and Lithographs by W. O. J.

N. (London 1920); L’oeuvre gravé de W. O. J. N. (Amsterdam 1927); Kunstwerke von Java, Borneo, Bali, Sumba, Timor, Alor, Leti u.a. aus der Sammlung W. O. J.

N. (Berlin 1924); Ned. Patriciaat XVII (1927).

< >