(eig. Nikolaj Iwanowitsj Stragorodskij) (Arzamas 11 Jan. 1867 - Moskou 15 Mei 1944), patriarch van Moskou en gans Rusland, zoon van een priester, werd voor het priesterschap opgeleid, promoveerde in 1890 tot candidaat in de godgeleerdheid, bezocht als missionaris Japan en het Verre Oosten (1890-’93) en werd daarna docent en in 1901 rector van de Petersburgse Geestelijke Academie.
In 1905 werd hij aartsbisschop van Finland en een jaar later lid van de Heilige Synode. Op 28 Nov. 1917 ontving hij de rang van metropoliet.Tijdens de stormachtige jaren van revolutie en kerkvervolging bleef hij de Orthodoxe Kerk trouw en streefde hij een politiek na van samenwerking met de regering. De gelegenheid deze politiek in de practijk te brengen bracht Wereldoorlog II: Sergij riep op tot de verdediging des vaderlands en wist de Kerk hierbij min of meer in te schakelen. In Sept. 1943 werd hij tot patriarch gekozen, een functie die (met een onderbreking van 1917 tot 1923, het patriarchaat van Tichon) sinds Peter de Grote niet meer vervuld geweest was. Hij werd opgevolgd door patriarch Aleksij.
K. VAN HET REVE
Bibl.: Prawda o religii v Rossii (Moskwa 1942, D. vert.: Die Wahrheit üb. die Religion in Russl., Zürich 1944).
Lit.: (Russisch) Patriarch Sergij en zijn geestelijke nalatenschap (Moskwa 1947, met biografie en bibliogr.).