Frans schrijver (Parijs 1736 - Wenen 16 Aug. 1803), zoon van de lijfarts van Lodewijk XV, genoot een uitstekende opvoeding en klom vlug op tot hoge ambten. In 1791 week hij uit, eerst naar Rusland, waar Catherina II hem een jaargeld schonk, toen naar Brunswijk en ten slotte naar Wenen.
Hij schreef waardevolle beschouwingen over het Frankrijk van het Ancien Régime, maar zijn letterkundige verdienste dankt hij aan zijn roman in brieven L’Emigré, het belangrijkste literaire werk uit het emigrantentijdperk (Brunswijk 1797, 4 vol.). Het werk verscheen geheel onopgemerkt en is thans onvindbaar.Bibl.: Considérations sur l’Esprit et les Mœurs (Hamburg 1787-’89); Des Principes et des Causes de la Révolution en France (London 1790); Portraits et Caractères du XVIIIe siècle (1795); L’Emigré, p.p. C. Stryienski et F. Funck-Brentano (verkorte uitg. 1904).
Lit.: Sainte-Beuve, Causeries du Lundi, t. X; F. Baldensperger, Le Mouvement des Idées dans l’Emigration franç. 1789-1815 (1924).