een der baanbrekende figuren voor de econometrische wetenschap (voormalig Russ. Polen 4 Sept. 1893 - bij San Diego, Cal., 26 Nov. 1938), emigreerde reeds jong naar de V.S., studeerde aan de Columbia University, de London School of Economics en het Galton Laboratory of University College, promoveerde in 1925 aan de Columbia University en werd in 1926 hoogleraar aan de University of Chicago.
Zijn werk was in hoofdzaak gericht op het empirisch bepalen van vraagcurven en het berekenen van de elasticiteit van de vraag naar een groot aantal landbouwproducten. Hij bouwde hierbij op het werk van zijn leermeester Henry L. Moore, de pionier op dit terrein. Daarnaast heeft hij zich bezig gehouden met de wederzijdse beïnvloeding van de prijzen van concurrerende en complementaire goederen, waarbij hij voortbouwde op het werk van o.a. Pareto. De resultaten van zijn arbeid zijn o.a. vastgelegd in The Theory and Measurement of Demand (Chicago 1938), dat een standaardwerk geworden is op het gebied van de econometrische behandeling van de vraagtheorie. Hij kwam door een auto-ongeval om het leven.E. H. MULDER
Bibl.: Statistical Laws of Demand and Supply with Special Application to Sugar (Chicago 1928); Der Sinn der statistischen Nachfragekurven (Bonn 1930).
Lit.: H. Hotelling, The Work of H. S., in: Econometrica, VII (1939), met bibliografie; Th. O. Yntema, H. S., his Contributions to Economics and Statistics, en: R.
Roy, H. S., pionnier de l’économétrie, in: Studies in Mathematical Economics and Econometrics; in Memory of H. S. (Chicago 1942).