Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SCHLÜTER, andreas

betekenis & definitie

Duits architect en beeldhouwer (Dantzig ca 1660 of Hamburg, 20 Mei 1664 - St Petersburg vóór 23 Juni 1714), behoort tot de enkele geniale Duitse beeldende kunstenaars op het eind van de 17de eeuw. Over zijn jeugd en opleiding is nauwelijks iets bekend.

Tussen 1689 en ’93 vindt men hem te Warschau. In 1694 kwam hij als hofbeeldhouwer naar Berlijn, waar hij, afgezien van enkele reizen (Italië, 1696) tot kort voor zijn dood bleef.Tot zijn eerste Berlijnse werken (1696) behoort de decoratie van het „Zeughaus”: sluitstenen van vensters en poorten, pronkhelmen, Medusahoofden en vooral de 21 maskers van stervende krijgslieden, indrukwekkend door hun uitdrukkingskracht. Ongeveer gelijktijdig (1697/’98) ontstond het bronzen standbeeld van keurvorst Frederik III (in 1801 naar Koningsbergen overgebracht); in 1700 kwam zijn meesterwerk, het ruiterstandbeeld van de Grote Keurvorst gereed, dat in 1703 tegenover het „Schloss” op de „Lange Brücke” te Berlijn werd geplaatst. Van 1698 af was Schlüter ook als bouwmeester werkzaam: op 30 Mrt aanvaardde hij het bouwtoezicht van het „Zeughaus” en daarna (1698-1707) had hij een beslissend aandeel aan de verbouwing en vergroting van het Berlijnse „Schloss”, het prachtige hoofdwerk van de Noordduitse Barok (door een luchtaanval op 3 Febr. ’45 bijna geheel uitgebrand en in het najaar van 1950 in opdracht van de Russische bezetting met de grond gelijkgemaakt). De door constructiefouten noodzakelijk geworden sloping van de bijna door Schlüter voltooide munttoren leidde in 1706 tot zijn ontslag. In Berlijn bouwde hij alleen nog de „villa Kamecke” (1711-’12) en in 1714 vertrok hij naar St Petersburg.

H. M. CRAMER

Lit.: E. Benkard, A. S. (Frankfurt a. M. 1925); H. Ladendorf, A. S. (Berlin 1935, 1937); K.

Rodemann, Das Berliner Schloss u. s. Untergang (Berlin 1951).

< >