Duits politicus (Kassel 26 Juli 1865 - Kopenhagen 29 Nov. 1939), was aanvankelijk typograaf, daarna journalist en werd in 1903 soc.-dem. Rijksdagafgevaardigde.
In Oct. 1918 werd hij staatssecretaris zonder portefeuille in het kabinet van Max van Baden, waarin hij in het begin van Nov. aandrong op afstand van de keizer en spoedige vrede. 9 Nov. legden hij en zijn soc.-dem. collega’s hun portefeuilles neer en tegen de zin van Ebert riep hij daarop de Duitse republiek uit. Hij was lid van de Raad der Volkscommissarissen, die in de overgangstoestand de voorlopige regering vormde, werd in de Nationale Vergadering van Weimar gekozen en vormde in Febr. 1919 het eerste verantwoordelijke ministerie in Duitsland. In Juni trad hij echter af, omdat hij de Vrede van Versailles als onaannemelijk gekwalificeerd had. Van 1920-1933 was hij weer lid van de Rijksdag en van 1920-1925 burgemeester van Kassel. Na de nat.-soc. machtsaanvaarding (1933) week hij uit, eerst naar Praag, vervolgens naar Kopenhagen.Bibl.: Die deutsche Sozialdemokratie über Krieg und Frieden (als manuscript gedrukt, 1917); Der Zusammenbruch (1921); Papst, Kaiser und Sozialdemokratie in ihren Friedensbemühungen 1917 (1921); Memoiren eines Sozialdemokraten (2 dln, 1928).