Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Johannes immerzeel

betekenis & definitie

Jr,, Nederlands schrijver (Dordrecht 2 Juli 1776 - Amsterdam 19 Juli 1841), was werkzaam in de boek- en kunsthandel te Rotterdam, ’s-Gravenhage en Amsterdam. Hij heeft zich verdienstelijk gemaakt door de uitgave van verschillende bundels van Bilderdijk, Feith, Tollens en Helmers en publiceerde sedert 1819 de Nederlandse Muzenalmanak, waarin de jonge schrijvers van die tijd hun werk konden uitgeven.

Met velen voerde hij een uitvoerige, bewaard gebleven correspondentie, die het bewijs levert dat men hem als kunstgenoot beschouwde en die ons een kijk geeft op de onderlinge verhouding. Hij is thans nog slechts bekend als de schrijver van een biografisch werk van Nederlandse kunstenaars.Bibl.: De onsterfelijkheid der ziel (1803),Het mededoogen (1804, beide vertalingen naar J. Delille); Balthasar Knopius, een roman (2de dr., 1842); Hugo van ’t Woud, in 4 zangen (2de dr., 1833); De moederliefde, in 4 zangen (1819); Gedichten (2 dln, 1824); Gedichten van Matthias Claudius (1836); Lofrede op Rembrandt (1841); De levens en werken der Hollandse en Vlaamse kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters van het begin der 15de eeuw tot op de helft der 19de eeuw (3 dln, 1842-1843, herdr. 1855).

Lit.: Muzenalmanak (1842); A. G. Kruseman, Bouwstoffen voor de gesch. v. d. Ned. Boekhandel, I (1886), 57, 359.

< >