Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Johannes Gerardus GEELKERKEN

betekenis & definitie

grondlegger van de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband (Alkmaar 13 Juni 1879), promoveerde aan de Vrije Universiteit op De empirische godsdienstpsychologie (1909). Hij diende de Gereformeerde Kerk van Epe en van Amsterdam-Zuid (1915).

Toen hij en zijn gemeente zich niet onderwierpen aan de Synode van Assen in zake de historiciteit der H. Schrift (in casu het spreken van de slang in Genesis 3), werd hij geschorst, hetgeen tot zijn afzetting leidde en tot de overgang der gemeente „in Hersteld Verband” (1926). Andere kerken volgden. Gedurende de mobilisatie (1914-1918! was hij veldprediker, sedert 1925 ook vlootpredikant; daarnaast redacteur van het Geref. weekblad Woord en Geest. Nadat onder zijn leiding gedurende Wereldoorlog II door de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband onderhandelingen waren gevoerd met de Ned.

Hervormde Kerk over nauwere samenwerking, kwam ten slotte de volle vereniging van deze twee Kerken tot stand op 15 Mrt 1946. Zeven maanden later werd Geelkerken emeritus. Hij beweegt zich met name nog op oecumenisch terrein.Bibl.: Met Christus (1924); Levensraadsel en Levenshouding (1931); Machteloosheid en krachtsontplooiing der Kerk; Om het getuigenis (1921); De Hereniging (met prof. dr S. F. H. J.

Berkelbach van der Sprenkel, 1946).

< >