Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Jan mayen

betekenis & definitie

in de Noordelijke Ijszee tussen Ijsland en Spitsbergen gelegen eiland, zich bevindend tussen 70° 50' en 710 10' N.Br. en 70 55' en 90 5' W.L. v. Gr.

Door de Engelsman Hudson in 1607 ontdekt en door hem Hudson’s Touches genoemd, dankt het zijn huidige naam aan de Nederlandse zeevaarder Jan Jacobsz. May, die het op zijn tocht van 1614 vond. In de 17de eeuw was het een belangrijk centrum voor de Nederlandse walvisvaart; vele geografische namen herinneren aan de tijd der Nederlandse occupatie. In 1921 vestigden de Noren er een meteorologisch station en proclameerden op 8 Mei 1929 de souvereiniteit over het eiland. Het sterk vulkanische eiland is ruim 370 km2 groot en heeft de vorm van een knots, welks zware kop bijna geheel wordt ingenomen door de 2340 m hoge, uitgedoofde vulkaan Beerenberg, met een basisomtrek van ruim 50 km; de krater is thans gevuld met een gletsjer. De steel van de knots bestaat uit een lager gedeelte, met een soort lagune, in het midden, en een bergachtig voorste deel.

Het plantenleven is er arm; het eiland en de nabijgelegen klippen herbergen echter talrijke zeevogels, vooral zeekoeten en stormvogels. Jan Mayen is op het ogenblik inzonderheid van belang door de dagelijks uitgezonden weerberichten; het is een vluchthaven voor robbenvangers.