Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GASTRONOMIE

betekenis & definitie

(naar het Grieks maagwetgeving) betekent het nuttigen van met uiterste zorg toebereide spijzen, samen met de daarbij passende dranken. Het daardoor mogelijke culinaire genot (Lat. culina=keuken) kan dan zijn volmaking vinden in samengaan met een harmonische omgeving en een evenwichtige geest der tafelgenoten.

Het toebereiden van de spijzen kan worden opgevoerd tot ware kookkunst, culinaire kunst. Het is een kunst die tot uiterste verfijning leidt. Niettemin mag men de eenvoudigste maaltijd, mits op perfecte wijze toebereid en opgediend, beschouwen als te voldoen aan hetgeen men onder gastronomie verstaat. Hetzelfde geldt voor de drank of dranken die de maaltijd begeleiden, de wijnen.

Zij moeten met de gerechten harmoniëren en vragen, om aan tafel tot hun recht te komen, naast kennis van zaken, de uiterste toewijding bij hun verzorging.Gastronomie vindt, wat de Westerse wereld betreft, haar oorsprong voor een niet gering deel in de Franse kookkunst. Uit de late middeleeuwen zijn overdadige maaltijden bekend, zoals die aan het Bourgondische hof van Karel de Stoute (het feest van de faisant) of die van de Visconti’s in Italië. Doch eerst omstreeks de tijd van Lodewijk XIV ontstond de kookkunst die haar sporen naliet tot in onze dagen, o.a. in die zin dat in plaats van overdaad, een streven naar volmaaktheid hoofdzaak werd, welk streven zich tot op de huidige dag verder bleef ontwikkelen. Vergelijkt men bijv. gastronomische maaltijden van tegenwoordig met die van een halve eeuw geleden, dan valt dikwijls de grote vereenvoudiging van het aantal gangen op, terwijl het streven naar raffinement eerder is toegenomen.

Waaruit volgt dat de ware gastronomie niet betekent het nuttigen van véél spijzen men spreekt in dat geval van gastromanie -, doch de wijze waarop de mens weet te genieten van de spijs en drank die hij tot zich neemt.

Lit.: A. Brillat-Savarin, Physiologie du Goût (1825); A. Escoffier, Le Guide Culinaire (1903); Paul de Cassagnac, Les Vins de France (1927) ; Florence E. J.

M. Baudet, De Maaltijd en de Keuken in de Middeleeuwen (1904); J. W. F.

Werumeus Buning, 100 Avonturen met een Pollepel (19486) ; Idem, Nieuwe avonturen met een Pollepel (1950).