koning van Kadiri op Oost-Java (1135-1157), die, zonder dat historisch verband met hem aan te tonen is, in de traditie is blijven voortleven doordat een aantal voorspellingen (pralambangs) omtrent de toekomstige onafhankelijkheid van Java op zijn naam staan. In de schriftelijke vorm, waarin we deze pralambangs kennen, zijn ze een mengsel van Javaans Messias-geloof en Moslimse eschatologie.
De Javanen — en anderen — doen er vaak geheimzinnig mee en in tijden van spanning en beroering hebben ze veel onrust verwekt.Lit.: G. W. J. Drewes, Drie Javaansche Goeroe’s (Leiden 1925), blz. 130 vlg.