Frans beoefenaar van de oude geschiedenis der geneeskunde (Dijon 17 Apr. 1817 - Mesnil-le-Roi240ct. 1872), kwam in 1836 naar Parijs, waar hij geneeskunde studeerde en in 1841 promoveerde. In 1846 werd hij bibliothecaris van de Académie de Médecine, drie jaar later directeur van de Bibliothèque Mazarine.
In 1847 en 1864 gaf Daremberg onderwijs in de geschiedenis van de geneeskunde aan het Collége de France; in 1871 werd hij, reeds lijdende aan een hartkwaal, benoemd tot hoogleraar. Intussen werkte hij als praktizerend geneesheer te Parijs, waar hij o.a. verbonden was aan het Bureau de Bienfaisance, en ondernam hij vele studiereizen door Europa. Van zijn talrijke geschriften moet in het bijzonder worden vermeld zijn Histoire des Sciences médicales (2 dln 1870), een van de belangrijkste werken op dit gebied. Daremberg toont hierin op historische gronden het nauwe verband tussen de kennis van pathologie en fysiologie, de onmacht van de theorieën a priori en de macht van de feitelijke waarnemingen aan.
Te zamen met Saglio schreef hij de beroemde Dictionnaire des antiquités grecques et romaines, verschenen in 8 dln in 1873.PROF. DR J. G. G.
TRICOT ROYER
Lit.: Brit. med. Buil. Vol. 5, 1026-1027 (A. Hahn).