Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Charles john CANNING

betekenis & definitie

graaf, Brits staatsman (Londen 14 Dec. 1812 - 17 Juni 1862), was een zoon van George Canning. In 1836 werd hij lid van het Parlement en in 1837 nam hij met de titel viscount Canning zitting in het Hogerhuis.

Ten tijde van het ministerie-Peel was hij (18411846) onderstaatssecretaris bij het departement van Buitenlandse Zaken en daarna enige maanden oppercommissaris der bossen. In Jan. 1853 werd hij, onder het ministerie-Aberdeen, postmeester-generaal en zag zich in 1855 tot gouverneur-generaal en in 1858 tot eerste onderkoning van Brits-Indië benoemd, nadat de Oostindische Compagnie had uitgediend. Hij bestuurde dus Brits-Indië tijdens de grote Indische opstand (1858) en heeft zich gedurende en direct na die „grote muiterij” onderscheiden door een politiek van vérgaande clementie: streng optreden tegen de leiders van de opstand, maar vergiffenis voor alle „geleiden”. Eerst werd dit door de Engelsen in Indië zéér veroordeeld, op de duur bleek het, dat de rust daardoor zeer spoedig terugkeerde.

In 1859 werd hij in de gravenstand opgenomen.Lit.: H. S. Cunningham, Earl C. (Rulers of India) (1891); A. J.

G. Hare, The story of two noble lives (1893); G. Fitzmaurice, The life of Lord Granville, I (1906).

< >