Belgisch koloniaal pionier (Cuesmes, Henegouwen, 26 Mrt 1863 - Brussel 21 Jan. 1926), werd in 1886 onderluitenant van het 2de artillerieregiment en trad in 1889 in dienst van de Onafhankelijke Kongostaat. Van 1889-1895 werkte hij in Afrika als Districtscommissaris van het Evenaarsgebied, stichtte Coquilhatstad en Eala en onderzocht de Roeki, de Loelonga, de Lopori, de Ikelemba en de Loembi en Toemba Meren.
In 1898 werd hij met een bijzondere wetenschappelijke zending naar het Z. van Katanga gezonden en deed er belangrijke geodetische onderzoekingen, vooral in de streek der waterscheiding tussen Kongo en Zambezi. In 1900 ontdekte hij vlak bij de oorsprong van de Liba-Zambezi de Rulechi, die als eigenlijke bronrivier van de Kongostroom mag beschouwd worden.In 1902 werd hij tot kapitein-commandant bevorderd en met een politieke en wetenschappelijke zending door Léopold II naar de enclave van Lado in N.O.-Kongo gezonden. Eerst in Sept. 1905 kwam hij over de Nijl naar België terug. In 1923 werd hij bij de stichting van het Hoger Koloniaal Onderwijs in België tot Bestuurder van de Belgische Koloniale Hogeschool benoemd. Behalve vele tijdschriftartikelen schreef hij Mission scientifique du Katanga (Bruxelles iqoo).
Lit.: Laude, Rede uitgesproken op de Kolon. Hogeschool, de 23-X-1925; J. Leclercq, Le comm. L. (Rev. Congo 1926,p.564); Paul is, Le Comm. L. (Acad. d. sciences colon, de Paris. T. VI, 1925-1926, p. 471-478).
