Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Charles DAVENANT

betekenis & definitie

Engels econoom (Londen 1656-6 Nov. 1714) is het best te kenschetsen als half-mercantilist, in zover hij wel de leer van de handelsbalans zowel ten aanzien van het buitenland als van de koloniën aanhing, doch vrijheid van bedrijf en van handel voorstond met betrekking tot het binnenland. Hij was dus, met Sir William Temple, een der weinigen, die tegenover het Mercantilisme een ietwat eclectisch en critisch standpunt innamen en, die mogen gelden, althans tot zekere hoogte, als aankondigers van een nieuwe tijd, al zou deze nog lang op zich laten wachten.

Hij schreef o.a. An essay on ways and means of supplying the war (1695), An essay on the East-Indiarade (1697), Discourses on the public revenues and of the trade of England ( 1698), An essay on the probable methods of making the peoplejoiners in the balance of trade (1699). Overschatting van het geld is hem vreemd, rijkdom is oorspronkelijk alles, wat natuur en arbeid hebben voortgebracht. Een volk kan rijk worden zonder geld en zich dit dan naar believen verschaffen. Wanneer de Hollanders twee derden van al hun geld uitleenden, zouden zij daardoor niet armer zijn.

Zelfs rekent Davenant tot rijkdom geestelijke waarden, bijv. allianties. Interessante beschouwingen over hem geeft Wilh. Roscher, für Geschichte der engl. Volkswirtschaftslehre (1851), blz. 107-118.

Ook voor de ontwikkeling van de statistiek, die nog geheel in haar begin was, heeft Davenant betekenis door zijn verhandeling Of the use of political arithmetic, voortbouwend op het werk van Sir W. Pethy en Gregory King.

< >