Duits oriëntalist (Amsterdam 12 Apr. 1876 - Berlijn 10 Febr. 1933), bereisde Egypte, Soedan en Turkije en werd in 1908 hoogleraar aan het Koloniale Instituut te Hamburg, in 1913 te Bonn. In 1916 kwam hij aan het Pruisische ministerie van onderwijs, werd in 1919 staatssecretaris en maakte van Apr.Nov. 1921 deel uit van het kabinet Stegerwald.
In het voorjaar van 1925 werd hij opnieuw minister van onderwijs in het ministerie-Braun. Hij heeft zich verdienstelijk gemaakt voor de reorganisatie van het Hoger Onderwijs, de oprichting van paedagogische hogescholen, de hervorming van de Berlijnse musea en stichtte de letterkundige afdeling der Akademie van Kunsten. In 1930 trad hij af als minister en werd benoemd tot hoogleraar aan de Universiteit te Berlijn.Bibi.: Beiträge zur Geschichte ^Egyptens unter dem Islam (19021903; 2 dln); Gedanken zur Hochschulreform (1919); Kulturpolitische Aufgaben des Reichs (1919); Islamstudiën I, vom Werden und Wesen der islamischen Welt (1924); Die preussische Kumtpolitik und der Fall Schillings (1925); redigeerde sedert 1910 het tijdschrift Der Islam.
