Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

BREUKELEN

betekenis & definitie

een dorp en (sinds 1 Jan. 1949) gemeente in de prov. Utrecht, gevormd door samenvoeging der voormalige gemeenten Breukelen-Nijenrode en Breukelen-St Pieters, aan de Vecht en aan de spoorlijn Utrecht-Amsterdam, werd vroeger door rijke Amsterdammers bewoond; het telt dan ook langs beide oevers der Vecht vele buitenplaatsen.

Het bevolkingscijfer bedroeg (1946) voor beide gemeenten te zamen 5102.Breukelen-Nijenrode

tot 1 Jan. 1949 Utrechtse gemeente, gevormd uit de heerlijkheden Breukelen-Nijenrode, Breukelen-Ortts en Portengen-Lettesgerecht, op de linkeroever der Vecht, met een oppervlakte van 1117 ha, telde (1947) 4013 inw., waarvan (1930) 70 pct Prot., 27 pct R.K. en 3 pct onkerkelijk. De bodem bestaat grotendeels uit rivierklei, doch in het W. uit laagveen en is geheel als grasland in gebruik. Veeteelt is het hoofdmiddel van bestaan (zuivelbereiding). De gem.

Breukelen-Nijenrode omvatte een deel van het dorp Breukelen en een paar gehuchten, o.a. Oud-Aa, Portengen en Kortrijk. In de nabijheid ligt het riddergoed Nijenrode.

Breukelen-St Pieters

tot 1 Jan. 1949 gemeente in de provincie Utrecht aan de rechteroever van de Vecht, groot 829 ha met (1947) 1089 (1930 voor 76 pct Prot., voor 21 pct R.K.) inw. Zij bestaat ten dele uit rivierklei, ten dele uit laagveen; veehouderij is hoofdmiddel van bestaan. De gemeente omvatte een deel van het dorp Breukelen, alsmede het gehucht Breukelerveen (1930: 263 inw.). Langs de Vecht liggen de oude landhuizen uit de 17de eeuw: Oudaen en Gunterstein.

< >