genaamd il Pistoia, Italiaans burlesk dichter (Pistoia 1436 - Ferrara 29 Apr. 1502), die bijna uitsluitend, hoewel armelijk, in dienst der Este’s te Correggio, Reggio en Ferrara leefde, kleedde met voorliefde de traditionele motieven der burleske poëzie in de vorm van het zgn. gestaarte (gecodeerde) sonnet en maakte dit oude genre door zijn elegantie en zijn flonkerende geest voor hofgebruik geschikt; hij kan in dit opzicht als waardig voorloper van Berni worden beschouwd. In zijn politieke sonnetten, die van 1492 en 1502 dateren, met name in die welke op de inval van Karel VIII van Frankrijk in Italië (1494) betrekking hebben, treft hij ook ernstige vaderlandslievende tonen.
Zijn treurspel in terzinen La Panfila (opgevoerd 1499 te Mantua, gedrukt 1508), naar een novelle van Boccaccio, heeft alleen als een der oudste Italiaanse tragedies betekenis.MR H. VAN DEN BERGH
Bibl.: Rime edite ed inedite' uitg. d. A.Cappelli en S. Ferrari (1884); I sonetti faceti di A. Cammelli sec. l’autografo ambrosiano, uitg. en toegel. d.
E. Pèrcopo (Napoli 1908).
Lit.: E. Pèrcopo, A. C. e i suoi „sonetti faceti”, in Studi di lett. it., vol. VI; D.
Clarizia, Un poeta giocoso del Rinascimento. II Pistoia (Salerno 1929).
