Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Aloïs WALGRAVE

betekenis & definitie

Vlaams schrijver (Gent 9 Febr. 1876 - Brugge 28 Febr. 1930), was leraar aan het klein seminarie te Hoogstraten (1902-1920) en sedert 1920 pastoor te Vollezele. Als dichter van natuur- en religieuze poëzie staat hij sterk onder de invloed van Gezelle, die hij bewonderde en over wie hij de eerste grondige biografie schreef.

Bibl.: Poëzie: Stille Stonden (Roeselare 1905); Zingende Snaren (ibid. 1909); Maria’s Gaarde (Hoogstraten 1923). Toneel: De blindgeborene (Hoogstraten 1907); Het spel van O.L. Vrouw of Maria’s Leven (ibid. 1910); Vrede op aarde (ibid. 1911) ; Jeugddroomen (Diest 1913). Studiën: Hoogere begrippen in de letterkunde (Hoogstraten 1906); Poëzie en werkelijkheid (Antwerpen 1907); Gedichtengroei (Hoogstraten 1914); Het leven van Guido Gezelle, Vlaamschen priester en dichter, 2 dln (Amsterdam 1923- 1924).

Lit.: J. Eeckhout, Levensber. v. A. W. (Jaarb. 1934 Kon. VI. Acad.).

< >