Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zaïre

betekenis & definitie

Zaïre (De) of Congo is eene Zuid-Afrikaansche rivier, die aan de westkust van dit werelddeel op 6° Z. B. zich uitstort in den Atlantischen Oceaan. Zij behoort tot de grootste rivieren der aarde en is zelfs aanzienlijker dan de Missisippi, daar zij veel grooter massa water afvoert. Zij heeft aan haren mond eene breedte van omstreeks 10 Ned. mijl en op vele plaatsen eene diepte van meer dan 200 vadem. Eerst op een afstand van 40 zeemijlen van haren mond hebben zich hare wateren geheel en al met die der zee vermengd, terwijl zij op dien van 9 zeemijlen nog volkomen zoet zijn.

Door het Kustgebergte een weg banend, vormt zij op 16° O. L. van Greenwich watervallen en stroomversnellingen, welke belemmerend zijn voor de scheepvaart. Aan de andere zijde van het Kustgebergte heeft zij nog eene breedte van omstreeks 3000 Ned. el bij eene gemiddelde diepte van 20 Ned. el en vervoert eene verbazende massa water. Men kent deze rivier slechts over eene lengte van 370 Ned. mijl, van de kust af gerekend, met voldoende naauwkeurigheid. zij werd in 1484 ontdekt door Diego Cao, die haar in naam van Joao II, koning van Portugal, in bezit nam. De Portugésche zendelingen der 16de en 17de eeuw waren van meening, dat zij haren oorsprong nam in groote meren van het Afrikaansche binnenland. Eene ernstige poging, om zich daarvan te vergewissen, werd in 1816 ondernomen door Tuckey, die echter niet verder kon komen dan tot 15° 70' O. L. van Greenwich. Hier evenwel was de rivier nog bijna 5 Ned. mijl breed en 7 Ned. el diep.

Daarna bleef de nasporing der Zaïre geruimen tijd rusten, hoewel men uit de reisverhalen van Livingstone en Ladislaus Magyar kan opmaken, dat zij uit het zuiden twee aanzienlijke rivieren moest opnemen, de Quango en de Kassabi. De verborgenheid harer bronnen is eerst in 1872 ontsluijerd, — niet regtstreeks, maar door gevolgtrekkingen, wier juistheid boven allen twijfel verheven is. In de jaren 1867— 1871 ontdekte Livingstone tusschen 2 en 12° Z. B. en tusschen 24 en 29° O. L. van Greenwich een stelsel van rivieren en meren, die naar zijn gevoelen den bovenloop van de Nijl vormden. De Tsjambesi (niet te verwarren met de Sambesi), tusschen 10 en 11° Z. B. westwaarts vloeijend, stort zich uit in het Bangweolo- of Bemba-meer, eene groote waterkom, ongeveer 1200 Ned. el boven de oppervlakte der zee gelegen. Uit dit meer stroomt in noordelijke rigting de Loealaba, die zich hier en daar tot een meer verbreedt (het Moero-, het Kamalondo- en het Ongenoemde Mee’-). Volgens Behm is dit stelsel van rivieren en meren de bovenloop van de Zaïre, en hij heeft voor dit gevoelen grondige bewijzen aangevoerd; het wordt dan ook door de aardrijkskundigen geen oogenblik betwijfeld, dat de nasporingen van latere reizigers daarop het zegel zullen drukken.