Wheaton, een Amerikaansch staatsman en schrijver, geboren den 27sten November 1785 te Providence in Rhode-Island, studeerde in zijne geboorteplaats en wijdde zich vervolgens aan de studie der regtsgeleerdheid, welke hij in 1805—1806 in Frankrijk, Nederland en Engeland voortzette. Na zijn terugkeer in Amerika werd hij advocaat te Rhode-Island, later te New-York en in 1812 lid van de regtbank voor zeezaken aldaar. Hier schreef hij zijn „Digest of law of maritime captures or prizes (1815)”. Sedert 1816 was hij werkzaam bij het Hooggeregtshof te Washington, verzamelde de door dat regtsligchaam sedert 1789 genomen beslissingen en gaf deze in het licht (1816—1827).
In 1821 zag hij zich gekozen tot afgevaardigde naar het Parlement van den Staat New-York, stichtte aldaar in 1824 het athenaeum, eene openbare letterkundige instelling, en nam in 1826 deel aan de vervaardiging van een wetboek (privaat regt) voor laatstgemelden Staat. In 1827 werd hij belast met eene diplomatieke zending naar Kopenhagen, oefende zich gedurende zijn verblijf aldaar in de Noordsche talen en schreef: „History of the Northmen, or Danes and Normans (1831)”. Na herhaalde reizen in Frankrijk, Engeland en Duitschland keerde hij in 1834 terug naar Amerika, maar vertrok in 1835 wederom als gezant naar Berlijn, hoofdzakelijk om er onderhandelingen aan te knoopen met het Tolverbond. Daarop verschenen zijn „Elements of international law (1836; 8ste druk, 1860; 5de Fransche uitgave 1874, 2 dln)” en „History of the law of nations (1842)”. Eindelijk leverde hij: „Histoire des progrès du droit des gens en Europe et en Amérique depuis la paix de Westphalie (1841; 4de druk, 1865)”. In 1845 werd hij teruggeroepen en overleed te Roxbury in Massachusetts den 11den Maart 1848.