Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Waalsche Kerken

betekenis & definitie

Waalsche Kerken. Bij de invoering der Hervorming in de Nederlanden werd in vele gemeenten niet alleen gepredikt in de Nederlandsche, maar ook in de Fransche taal, in die dagen de Waalsche genoemd. De Nederlandsche en Waalsche leden hadden aanvankelijk slechts één kerkeraad. Later oordeelde men eene scheiding noodig.

Op de Synoden te Emden (1571) en te Antwerpen (1572) vond dat denkbeeld ingang, en de scheiding werd dan ook op de Synode te Dordrecht (1578) tot stand gebragt en door die te Middelburg (1581) en te 's Gravenhage (1586) bekrachtigd. Van dien tijd af had men afzonderlijke Waalsche gemeenten en eene zelfstandige Waalsche Synode, welke tijdens de Dordtsche Synode van 1618 en 1619 een 15-tal gemeenten bestuurde. Na de herroeping van het Edict van Nantes (1685) stroomden duizende vlugtelingen uit Frankrijk herwaarts, zoodat niet alleen het ledental van vele Waalsche gemeenten aanmerkelijk toenam, maar hier en daar ook nieuwe gemeenten verrezen. In 1688 had men in Nederland 56 Waalsche Kerken. Eenige kleine gemeenten werden echter opgeheven, doch omstreeks eene eeuw geleden bestonden er nog 49 met 75 predikanten. bij de organisatie der Hervormde Kerk in 1816 werd aan 21 gemeenten met 28 predikanten een duurzaam bestaan toegekend, doch thans is haar getal geslonken tot 17 met 25 predikanten. Zij staan onder een afzonderlijk bestuur, hetwelk den naam draagt van Waalsche Commissie, zamengesteld uit zeven leden, namelijk vijf predikanten en twee ouderlingen, gekozen door de reunie der Waalsche Kerken, werwaarts elke gemeente een predikant met een ouderling of diaken kan afvaardigen. Men heeft voor de Waalsche Kerken eene verzameling van reglementaire bepalingen, getiteld: „Réglements généraux et particuliers a l’usage des églises Wallonnes du royaume des Pays Bas (1847)”. Men bedient zich voorts in onze Waalsche Kerken van de door Martin herziene bijbelvertaling van Olivianus, later door Geneefsche godgeleerden verbeterd, van de Psalmberijming van Valentin Conrad en van een in 1854 uitgegeven vervolgbundel op het gezangboek van 1801.