Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Ufa

betekenis & definitie

Ufa of Oefa, een gouvernement van Oost-Rusland, in 1865 gevormd uit het noordwestelijk gedeelte van het gouvernement Orenburg en van dit laatste gescheiden door eene bergketen van den Oeral, telt op 2212¼de □ geogr. mijl omstreeks 1½ millioen inwoners. De Karna scheidt in het noordwesten dit gouvernement van Wjatka en ontvangt als zijrivieren de Bjelaja en de Ik, van welke de eerste bevaarbaar is en wederom eenige belangrijke zijrivieren heeft. In het westelijk gedeelte wisselen boschrijke heuvelstreken af met vruchtbare dalen, terwijl hier en daar ook steppen en veengronden voorkomen. Men vindt er 290 kleine meren, en van deze zijn de Airkoel, de Kondrakoel en de Karatabyk de voornaamste.

Deze wateren bevatten veel visch. Het zuidwestelijk gedeelte van dit gouvernement wordt doorsneden van de Obsjij Syrt. In het oosten van dit gewest verheft zich het zuidelijk Oeralgebergte, dat uit drie ketens bestaat; tot de hoogste toppen behooren er de Joerma (840 Ned. el), de Taganai (1204 Ned. el) en de Iremel (1543 Ned. el). Men vindt er ijzer, goud en edelgesteenten, en het vastelandsklimaat is er in de bergstreek guur. Voorts heeft men er uitmuntende weiden en veel bosch, namelijk in het noorden naaldhout en in het zuiden linde- en eikeboomen. Men verbouwt er in het noorden rogge en haver, en in het zuiden tarwe, gerst, gierst en boekweit.

De bevolking bestaat er hoofdzakelijk uit Basjkiren en Russen, en men heeft er daarenboven Tartaren, Tsjeremissen, Tsjoewasjen, Teptjaeren, Mesjtsjeraeken en Watjaeken, onder welke zich nog Heidenen bevinden, terwijl de Mohammedanen er de Christenen in aantal overtreffen. Tot de voornaamste bedrijven behooren er: landbouw, vee- en bijenteelt, mijn-ontginning, houtvelling en de jagt. Voorts verkrijgt men er goud, ijzer en koper, en laatstgenoemde twee metalen worden er op eene uitstekende wijze bewerkt. De bosschen leveren er scheepstimmerhout, boombast, potasch, pek, teer en houtskool. De handel is er nagenoeg uitsluitend in handen der Tartaren. — De evenzoo genoemde hoofdstad, aan den voet van den Oeral, aan de Bjelaja en aan den mond der Ufa gelegen, is de zetel van een Russischen aartsbisschop en van den oppersten moefti der Mohammedanen in Rusland; men heeft er onderscheidene kerken en moskeeën, een nonnenklooster, een gymnasium, een seminarium van geestelijken, eene kweekschool van Tartaarsche onderwijzers, eene jaarmarkt, welke 10 dagen duurt, en omstreeks 22000 inwoners. Deze stad werd in 1547 gesticht, brandde in 1759 bijna geheel af, had in 1816 wederom veel van de vlammen te lijden, maar heeft zich als hoofdstad van het gouvernement in den jongsten tijd sterk ontwikkeld.