Stormvogels (Procellaridae) is de naam van een vogelengeslacht uit de familie der Langvleugeligen (Longipennes) en uit de orde der Zwemvogels (Natatores). Zij komen eenigzins overeen met de Meeuwen, doch onderscheiden zich door een middelmatig langen, aan het einde haakvormig gekromden bek met eene hoornachtige buis, voorzien van een tusschenschot, waarin de neusgaten uitkomen, door een zeer kleinen achterteen, lange vleugels en een afgeronden staart. Zij leven en nestelen gezellig op rotsachtige eilanden en voeden zich met visch, kwallen enz. Het wijfje legt in April of Mei slechts één ei.
De grootste Europésche soort is de Noordsche stormvogel (Procellaria glacialis), met een gelen bek en gele oogen, wit aan den kop, hals en buik, grijs van rug, vleugels en staart, met zwarte slagpennen en roodachtige pooten. Hij bewoont het noordelijk gedeelte van Europa. Van de overige soorten noemen wij den Kaapschen stormvogel (P. Capensis, zie bijgaande afbeelding), — de stormzwaluw (P. pelagica), — en het valestormvogeltje (P. Leachii).