Settegast

betekenis & definitie

Settegast (Hermann), een verdienstelijk Duitsch landbouwkundige, geboren te Königsberg den 30sten April 1819, legde o. a. te Hohenheim en te Berlijn zich met ijver toe op den landbouw' en werd in 1847 administrateur en leeraar in de landbouwkunde te Proskau. In 1858 zag hij zich benoemd tot directeur der pas gestichte académie te Waldau, maar keerde in 1862 als directeur der académie naar Proskau terug. Hij behoort tot de uitstekendste vertegenwoordigers der hedendaagsche landbouwkunde, en van zijne geschriften vermelden wij: „Anleitung zur Wirtschaftsführung auf gröszeren Landgütern (1848)”, — „Eine landwirtschaftliche Reise durch England (1852)”, — „Ueber Thierzüchtung und die dabei zur Anwendung kommenden Grundsätze (1859)”, — „Die Zucht des Nigrettischafs (1861)”, — „Die landwirtschaftliche Akademie Proskau (1864)”, — „Deutsches Herdbuch (met anderen, 1865—1875, 4 dln)”, — „Bildliche Darstellung des Baues und der Eigenschaften der Merinowolle (1869)”, —„Welche Richtung ist der Schafzucht Norddeutschlands der Konkurrenz des Auslandes gegenüber zu geben? (1869)”, — „Aufgaben und Leistungen der modernen Thierzucht (1870)”, — „Fünfundzwanzig Jahre Fortschritt auf dem gebiete der Landwirtschaft (1872)”_ ,,Die Landwirtschäftliche Fütterungslehre (1872)”, ,,Die Thierzucht 3de druk, 1872)”, — „Die Landwirtschaft und ihr Betrieb (1875—1878, 3 dln)”, — en „Der landwirtschaftliche Unterricht (1873)”.