Reventlow is de naam van een grafelijk geslacht, in Denemarken, Sleeswijk en Holstein gevestigd. Het is afkomstig uit Dithmarschen en komt reeds voor tegen het einde der 12de eeuw. Het is gesplitst in eene Oudere en Jongere lijn. De eerste werd gesticht door Henning von Reventlow, geboren in 1640, overleden in 1705; — de tweede door Konrad von Reventlow, geboren den 21sten April 1644 en overleden den 21sten Julij 1708 als Deensch minister en groot-kanselier.
Tot laatstgenoemde lijn behoorde Christian Detlev, graaf von Reventlow, een zoon van den voorgaande en geboren in 1672; hij voerde bevel in den oorlog in Brabant over een door hem zelven aangeworven regiment infanterie, kommandeerde in 1702 als generaal de Deensche troepen in Italië en vervolgens als luitenant-veldmaarschalk een eigen korps aan de Inn. In 1705 vertrok hij met de Keizerlijke benden naar Italië, werd bij Cassano zwaar gewond en bij Calcinara door Vendóme geslagen, nam in 1709 als veldtuigmeester-generaal zijn ontslag, en overleed den lsten October 1738. — Zijne halfzuster, Anna Sophia, gravin von Reventlow, geboren in 1693, verbond zich in 1712 als hertogin van Sleeswijk in morganatischen echt met Frederik IV, koning van Denemarken, trad na den dood der Koningin (1721) met hem in het huwelijk, werd gekroond en overleed in 1743. — Christian Detlev Friedrich, graaf von Reventlow, geboren den llden Maart 1748, was in 1790—1813 voorzitter der Rekenkamer in Denemarken en sedert 1797 geheim staatsminister, in welke betrekking hij zich verdienstelijk maakte door zijne pogingen tot uitbreiding van beschaving en welvaart, en overleed den llden October 1827. — Tot de Oudere lijn behoorde: Gajus Friedrich, graaf von Reventlow, geboren den I7den November 1753, overleden als Deensch minister den 6den Augustus 1834, —alsmede Friedrich, graaf von Reventlow, een verdienstelijk Deensch staatsman. Hij werd geboren den 16den Julij 1797, studeerde te Göttingen in de regten, bekleedde eenige regterlijke betrekkingen, werd proost van het klooster Preetz en kwam in de Hertogdommen aan het hoofd der aristocratie. Als lid der Holsteinsche Standen verklaarde hij zich tegen het onderscheid tusschen adellijke en burgerlijke grondbezitters. Toen voorts Christiaan VIII den 8sten Julij 1846 in den beruchten „Open brief” de scheiding van Sleeswijk en Holstein en de inlijving van eerstgenoemd hertogdom in Denemarken afkondigde, kwam Reventlow als de leider der Sleeswijk-Holsteinsche ridderschap in verzet tegen dien maatregel van geweld.
Bij de volksbeweging van 1848 was hij lid van het Voorloopig Bewind, en hij werd in October door het Duitsche Rijksbestuur tot medelid en daarna tot voorzitter van het stadhouderschap benoemd. Na het aftreden van Beseler hield hij alleen de teugels van het bewind, totdat hij dit op den lsten Februarij 1851 met het land, het volk en het leger aan drie commissarissen moest overgeven. Door de Deensche regéring verbannen, begaf hij zich naar Pruissen en werd er door aankoop heer van belangrijke eigendommen in het district Frankfort. In 1861 werd hij lid van het Huis der Heeren in Pruissen, en overleed den 24sten April 1874.
Door Friedrich, graaf von Reventlow auf Emkendorf werden in 1815 twee kinderen van den Franschen uitgewekene François Valentin, graaf Le Merchier de Criminil, als zonen aangenomen. De jongste van deze, graaf Heinrich Reventlow-Criminil, geboren den 6den Mei 1798, vertrok als gezant naar Weenen en werd vervolgens minister van Buitenlandsche Zaken in Denemarken. Bij het uitbarsten der Sleeswijk-Holsteinsche beweging in 1848 verliet hij voor korten tijd’s Lands dienst, kwam vervolgens aan het hoofd van het bestuur in Holstein (tot 1854), en overleed den 31sten December 1869.
