Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Requesens

betekenis & definitie

Requesens (Don Louis de), bijgenaamd de Zuniga, een Spaansch veldheer, geboren in 1526, legde zooveel schranderheid en in den zeeslag van Lepanto zoo groote dapperheid aan den dag, dat Philips II hem tot groot-kommandeur van Castilië en tot stadhouder van het hertogdom Milaan benoemde. Toen Alva in 1575 de landvoogdij in de Nederlanden had neêrgelegd, zag hij zich opgevolgd door Requesens, en deze werd bij zijne intrede te Brussel den 17den November 1573 met blijdschap ontvangen. De Nederlandsche gewesten bevonden zich toen in een treurigen toestand. De soldaten hadden in lang geene soldij ontvangen, de schatkist was uitgeput en de Staten der verschillende provinciën waren niet gezind om haar weder te vullen, terwijl de meeste steden van Holland en Zeeland zich in de magt bevonden van den prins van Oranje, die tevens Middelburg belegerd hield.

Requesens zocht deze stad, welke door Mondragon verdedigd werd, te ontzetten. Dit mislukte, en de Spaansche vloot onder d'Avila en Romero werd bij Riemerswaal door Boisot geslagen, waarna Middelburg zich overgaf. Daarentegen bevochten de Spaansche veldheeren Mendoza en d’Avila eene glansrijke zegepraal op de Mooker Heide op graaf Lodewijk van Nassau, die er met zijn broeder Hendrik sneuvelde. Requesens deed nu het beleg van Leiden hervatten en omringde deze stad met 62 schansen. De dappere ingezetenen bleven echter volharden in hunne verdediging, totdat de stad door de vloot van Boisot werd ontzet.

De Spanjaarden moesten alzoo na een blokkade van 4 maanden het beleg opbreken (3 October 1574). De geldmiddelen van Requesens waren nu uitgeput, zoodat hij vele moeijelijkheden had met zijne ontevredene en oproerige soldaten. In September 1575 ondernam hij echter een koenen togt door het water heen van Tholen en Philipsland naar Schouwen en Duiveland, en belegerde Zierkzee, dat zich na een beleg van 9 maanden aan de Spanjaarden moest overgeven. Doch reeds vóór dien tijd — op 1 Maart 1576 — bezweek hij aan eene hevige koorts.